Article

Hof van Beroep Gent, 02/10/2003, R.D.C.-T.B.H., 2005/1, p. 41-42

Hof van Beroep Gent 2 oktober 2003

OVEREENKOMST
Verplichtingen van partijen - Niet-concurrentiebeding - Grootwarenhuis - Bij een tankstation horende shop
Bij de beoordeling van een niet-concurrentiebeding geformuleerd ten voordele van een grootwarenhuis ten opzichte van - in casu - een shop van een tankstation dient rekening gehouden te worden met het gegeven dat een shop bij een tankstation een accessorium vormt, ondergeschikt aan de hoofdzaak met name de tankinstallatie. De shop van een tankstation trekt klanten aan die ter gelegenheid van het tanken zich een aantal goederen kunnen aanschaffen meestal voor onmiddellijk gebruik. Het aanbod van een grootwarenhuis is veel uitgebreider. De cliënteel van een grootwarenhuis bezoekt deze winkelruimte om een aanzienlijke hoeveelheid huishoudproducten aan te kopen.
CONVENTION
Obligations des parties - Clause de non-concurrence - Grande surface - Magasin attenant à une station de pompes à essence
Lorsqu'on apprécie la clause de non-concurrence formulée à l'avantage d'une grande surface à l'égard - en l'espèce - du magasin d'une station de pompes à essence, il faut tenir compte du fait qu'un magasin attaché à une pompe à essence constitue un accessoire, soumis au principal, à savoir la station de pompes à essence. Le magasin d'une station de pompes à essence attire les clients qui peuvent acheter un certain nombre de biens à l'occasion de la prise d'essence, généralement des biens de consommation immédiate. L'offre d'une grande surface est bien plus large. La clientèle d'une grande surface visite cet espace commercial pour acquérir une quantité appréciable de produits de consommation courante.

Immo Meirschaert NV / Unic Melle CVA

Zet.: G. Brugmans (kamervoorzitter), L. Thabert en G. Jocqué (raadsheren)
Pl.: Mrs. M. Van Den Daelen, J. Mertens, P. Geerebaert, E. Soetens en H. Heyndrickx
Nopens het concurrentieverbod

1. Bij artikel 11 van de akte d.d. 30 juni 1993 verbond de NV Meirschaert Immo er zich ten overstaan van de BVBA, thans CVA Unic Melle toe “geen activiteit uit te oefenen of te laten uitoefenen die onverenigbaar zou zijn met de uitbating van een supermarkt”. Tevens ontzegde de NV Meirschaert Immo zich gedurende de duur van de overeenkomst en haar eventuele vernieuwingen in een straal van vijf kilometer rond de in opstal gegeven goederen “activiteiten uit te oefenen of te laten uitoefenen die onverenigbaar zou zijn met de uitbating van een warenhuis”. Er werd hieraan toegevoegd dat deze laatste term strikt dient geïnterpreteerd te worden “in de betekenis van een grootwinkelbedrijf met talrijke afdelingen waar zeer verschillende artikelen worden verkocht”.

Bij proces-verbaal d.d. 3 februari 1994 stelde gerechtsdeurwaarder Gilbert De Wilde ten verzoeke van de CVA Unic Melle vast dat in de Finashop aan de Brusselsesteenweg 310 te Melle volgende goederen te koop werden aangeboden: snoep, sigaretten, batterijen, frisdranken, koeken, zaklampen, chips, bieren, speelgoed, frisco's. Een nieuw proces-verbaal van vaststelling werd opgesteld op 1 oktober 1994 door gerechtsdeurwaarder Philip Scheir. In het proces-verbaal werd vermeld: “Ik stel vast dat behoudens artikelen, specifiek voor auto (zoals oliën,...) ook nog andere producten zoals onder meer frisdranken (Pepsi, Coca-cola,...), bier, snoep, kauwgom, roomijsproducten (Mars,...), lectuur, tabaksartikelen en cd's (in een rek) te koop worden aangeboden in de Fina Shop”. Tevens werd melding gemaakt van de verkoop van verse sandwiches en de verkoop van houtskool “barbecue” en sets werktuigen (boren, schroevendraaiers, tangen).

2. Ten onrechte houdt de CVA Unic Melle voor dat door de uitbating van de shop bij het tankstation van de NV TotalfinaElf het niet-concurrentiebeding zoals vervat in artikel 11 van de akte van 30 juni 1993 werd geschonden. De uitbating van de Fina Shop bij het tankstation kan niet beschouwd worden als een concurrerende activiteit zoals bedoeld in voormeld beding.

Uit de bewoordingen van voormeld artikel 11 blijkt dat partijen de bedoeling hadden te verhinderen dat zich op het aanpalend perceel een ander grootwarenhuis zou vestigen met dezelfde activiteiten als deze die uitgeoefend worden door de CVA Unic Melle.

Een shop bij een tankstation kan niet beschouwd worden als een grootwarenhuis en oefent niet dezelfde activiteiten uit als de CVA Unic Melle, ook al worden in de shop producten aangeboden die eveneens in een grootwarenhuis terug te vinden zijn. De activiteiten zijn verschillend zowel wat betreft de omvang en organisatie als de geviseerde cliënteel.

In een grootwarenhuis is het aanbod veel uitgebreider dan in een tankshop die slechts een accessorium vormt van de tank­installatie. Bovendien wordt een tankshop in de regel enkel bezocht door klanten die tanken en van deze gelegenheid gebruik willen maken om er goederen te kopen die meestal voor onmiddellijk gebruik bestemd zijn. De cliënteel van een grootwarenhuis bezoekt deze winkelruime daarentegen om zich een aanzienlijke hoeveelheid huishoudproducten aan te schaffen.

Hierbij kan nog worden opgemerkt dat er geen redenen voorhanden zijn om het begrip “supermarkt” en “warenhuis”, in de akte van 30 juni 1993 gedefinieerd als “een grootwinkelbedrijf met talrijke afdelingen waar zeer verschillende artikelen worden verkocht”, op een verschillende wijze te interpreteren. De bedoeling van partijen was onmiskenbaar om enerzijds te vermijden dat een grootwarenhuis, vergelijkbaar met de uitbating van de CVA Unic Melle, op het aanpalend perceel zou gevestigd worden en anderzijds dat de NV Meirschaert Immo dergelijke uitbating zelf in de onmiddellijke omgeving opnieuw zou gaan exploiteren. De door Totalfina opgerichte tankshop is niet vergelijkbaar met een supermarkt of warenhuis zoals deze door partijen bij het aangaan van de overeenkomst werden bedoeld.

Alle vorderingen die betrekking hebben op de beweerde schending van het niet-concurrentiebeding zijn bijgevolg ongegrond.

(...)

Op deze gronden,

Het hof,

(...)