Article

Noot, R.D.C.-T.B.H., 2005/10, p. 1065

NATUURRAMPEN
Algemene ramp - Herstelvergoeding - Lichamelijke goederen - Ongeboren dieren en herlopen zeugen
Schade met betrekking tot ongeboren dieren maken niet de rechtstreekse en zekere schade uit bedoeld in artikel 3, a, 5° van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.
CALAMITÉS NATURELLES
Calamité publique - Indemnité de réparation - Biens corporels - Animaux à naître et truies ayant un retour en chaleur
Le dommage relatif aux animaux à naître ne constitue pas le dommage direct, matériel et certain visé à l'article 3, a, 5° de la loi du 12 juillet 1976 relative à la réparation de certains dommages causés à des biens privés par des calamités naturelles.
C. Van Schoubroeck

Het wetsontwerp tot wijziging, wat de verzekering tegen natuurrampen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, werd aangenomen door de Kamer op 7 juli 2005 [1] en niet geëvoceerd door de Senaat [2]. De wet van 17 september 2005 “tot wijziging wat de verzekering tegen natuurrammpen betreft, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door naruurampen”, verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10 oktober 2005.

Deze wet wijzigt de facto de regeling die in de artikelen 68-1 tot 68-9 Wet Landverzekeringsovereenkomst was ingevoegd bij wet van 21 mei 2003 [3]. Deze regeling was evenwel nooit inwerking getreden, om reden dat het K.B. dat de risicozones moest vastleggen nooit werd uitgevaardigd. De verklaring hiervoor ligt in hoofdzaak in het feit dat een verzekeringsplicht beperkt tot goederen gelegen in risicozones voor schade veroorzaakt door overstroming in de praktijk niet haalbaar was. Bovendien bleek de afbakening van deze risicozones, ook politiek, erg moeilijk.

De nieuwe regeling voorziet in een verplichte waarborg tegen aardbeving, overstroming, overlopen of opstuwing van de openbare riolen, aardverschuiving en grondverzakking in elke zaakverzekeringsovereenkomst voor eenvoudige risico's met betrekking tot het gevaar brand. De specifieke minimumvoorwaarden en dekkingsgrenzen worden opgenomen in de artikelen 68-1 tot 68- 8 Wet Landverzekeringsovereenkomst. Door de wijziging van de wet van 12 juli 1976 wordt de tussenkomst van de Nationale Kas voor Rampenschade voor de bedoelde goederen in essentie herleidt tot een “opvangnet” telkens de individuele grens van tussenkomst van een verzekeringsonderneming wordt bereikt [4].

[1] Parl. St. Kamer 2004-05, nr. 51-1732/6.
[2] Parl. St. Senaat 2004-05, nr. 3-1291/1.
[3] B.S. 15 juli 2003, gewijzigd door art. 71 Programmawet 9 juli 2004, B.S. 15 juli 2004.
[4] Zie betreffende de voorgeschiedenis o.m. C. Van Schoubroeck, “The quest for private insurance for damage caused by natural disasters: A Belgian Case”, Journal of Business Law - J.B.L. november 2003, 558-571; H. Cousy en H. Claassens (eds.), Natuurrampen en verzekering. Verslagboek Negende Leuvense Verzekeringsdagen, Antwerpen, Maklu, 1995, 246 p.; A. Dal, “Les calamités naturelles”, R.G.A.R. 1996, nr. 12.670, 19 p.; A. Dal, “Quelques cas d'application de la loi du 12 juillet 1976 relative aux calamités naturelles”, J.L.M.B. 1994, 1521-1524.