Article

Hof van Cassatie , 06/11/2003, R.D.C.-T.B.H., 2004/3, p. 268

Hof van Cassatie 6 november 2003

BEWIJS
Factuur - Aanvaarding
In zoverre de datum van ontvangst van een factuur wordt betwist, kan de ontvangst van de factuur rond de factuurdatum niet worden afgeleid uit de afwezigheid van bewijs dat de facturen niet op hun datum zouden zijn verzonden.
PREUVE
Facture - Acceptation
Dans la mesure où la date de réception d'une facture est contestée, la réception de la facture à une date proche de la date de la facture ne peut être déduite de l'absence de preuve que les factures n'ont pas été envoyées à leur date.

Mapu NV / Akab BVBA

Zet.: I. Verougstraete (voorzitter), G. Bourgeois, G. Londers, E. Dirix en E. Stassijns (raadsheren)
O.M.: D. Thijs (advocaat-generaal)
Pl.: W. Van Eeckhoutte
Bestreden beslissing

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 12 maart 2001 gewezen door het Hof van Beroep te Gent.

Rechtspleging voor het hof

Raadsheer Eric Dirix heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal met opdracht Dirk Thijs heeft geconcludeerd.

Middelen

Eiseres voert in haar verzoekschrift drie middelen aan.

Het verzoekschrift is aan dit arrest gehecht en maakt er deel van uit.

Beslissing van het hof

Eerste middel

Overwegende dat, krachtens artikel 25, tweede lid, van het Wetboek van Koophandel, koop en verkoop kan bewezen worden door middel van een aanvaarde factuur, onverminderd de andere bewijsmiddelen die door de wetten op de koophandel zijn toegelaten;

Dat de verkoper die zijn vordering tot betaling grondt op de stilzwijgende aanvaarding van facturen, voortvloeiende uit de afwezigheid van tijdig protest tegen die facturen, moet bewijzen op welke datum de facturen bij de geadresseerde toekwamen;

Dat, in zoverre die datum wordt betwist, de rechter zijn beslissing dat de facturen werden ontvangen rond de factuurdatum niet kan steunen, zonder de wettelijke regels inzake de bewijslast te schenden, op de enkele grond dat geen bewijs voorligt dat de facturen niet op datum zouden verzonden zijn aan de koper;

Overwegende dat de appèlrechter vaststelt dat eiseres de litigieuze facturen stilzwijgend heeft aangenomen overeenkomstig artikel 25 van het Wetboek van Koophandel, omdat zij tegen de facturen niet tijdig geprotesteerd heeft;

Dat de appèlrechter vervolgens het verweer van eiseres volgens hetwelk de facturen niet op of rond de factuurdatum werden ontvangen doch slechts maanden later, verwerpt door te oordelen dat 'er geen bewijs voorligt dat deze niet op datum zou(den) zijn verzonden aan (eiseres)';

Dat de appèlrechter zijn beslissing aldus niet naar recht verantwoordt;

Dat het middel gegrond is;

(...)

Verwijst de aldus beperkte zaak naar het Hof van Beroep te Brussel.

(...)